
Elke traditionele (synthetische) verf, zowel oplosmiddelhoudende verven als watergedragen verven, zijn milieubelastend. Voor beide soorten verven worden bindmiddelen, oplosmiddelen en hulpstoffen gebruikt die worden gemaakt van aardolie, een uitputtelijke bron. Over het algemeen is het zo dat het maken van watergedragen bindmiddelen meer energie nodig is dan voor het maken van oplosmiddelhoudende bindmiddelen. Oplosmiddelhoudende verven geven daarentegen juist weer meer oplosmiddel af aan de lucht.
Bij watergedragen verven is de kans groot dat veel water wordt gebruikt voor het schoonmaken van het gereedschap. Ondanks het feit dat het verboden is en er goede handvatten bestaan om daar anders mee om te gaan, verdwijnt dit afvalwater veelal in het riool met alle gevolgen van dien. In feite wordt het luchtvervuilingsprobleem vervangen door een watervervuilingsprobleem.
De Nederlandse overheid heeft voor professionele verwerkers het gebruik van waterverdunbare producten in het binnengebruik verplicht, als bescherming voor de schilders (OPS-schildersziekte, veroorzaakt door te veel blootstaan aan oplosmiddelen). Dit is geregeld in de ARBO-wet. Hiermee loopt Nederland ten opzichte van de rest van Europa vooruit. Ook Giebels schilderwerken in Rosmalen.